Na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling voor het draaiorgel in Nederland af, terwijl het buitenland meer interesse ging tonen. Daardoor werden veel waardevolle orgels aan andere landen verkocht. Om dit een halt toe te roepen richtten enkele liefhebbers (waaronder Romke de Waard) in mei 1954 de vereniging Kring van Draaiorgelvrienden op. Door zich landelijk te verenigen en allerlei activiteiten te ontplooien hoopte men het draaiorgel zijn plaats in de Nederlandse samenleving te laten behouden. Tot grote vreugde van veel orgelliefhebbers heeft de Rijksoverheid in 1992 een tiental orgels geplaatst op de lijst van onvervangbare cultuurgoederen.